Koala's zijn polygaam en paren doorgaans in de zomer, tussen oktober en februari. De copulatie duurt maar kort en gaat gepaard met krabben en bijten. Het laatste spermavocht verhardt waardoor de man er indirect voor zorgt dat de vrouw de eerste dagen niet met een andere man kan paren. Het verharde sperma vormt een "stop". Na een paar dagen verliest het vrouwtje de "stop" vanzelf. Zo heeft men in dierentuinen een extra bevestiging van een paring. Het koalajong (de Joey) wordt na vijf weken geboren, maar is dan nog kaal, blind en slechts zo'n 2 cm lang. De vijf à zeven maanden daarop brengt het door in de naar achteren gerichte buidel van de moeder, waar het melk drinkt uit een van de twee tepels. In de maanden daarna eet het jong onder andere een speciaal aangemaakte darmbrij van de moeder, waar bacteriën in zitten die de vertering van eucalyptusbladeren verbeteren. Het jong is ongeveer na elf maanden onafhankelijk van zijn moeder.